Liesbeth Michiels gaf jarenlang les in de derde graad D/DA. Nu werkt ze als auteur mee aan de methode Frans van Lernova. Haar advies voor wie Lernova overweegt? “Met een nieuwe educatieve methode gaat in het begin alles trager omdat je nog je weg zoekt. Gun jezelf die tijd.”
"Net als bij een leerwerkboek moet je ook bij een digitale methode selecteren. Maar na een tijdje lukt je dit sneller! Want je kan oefeningen dupliceren om ze dan wat aan te passen. En je koppelt de lesfiches makkelijk aan de Smartschoolplanner.”
"Een woordenschattraject start met ‘le point contrôle’. Via een oefening type flashcards halen leerlingen de woordenschat uit de eerste en tweede graad over het onderwerp op uit hun geheugen. Dat kan je ook perfect zonder laptop doen. Zo laat ik de leerlingen vijf woorden opschrijven over ‘la météo’. Ik wil dat ze diep graven in hun grijze massa en laat ze daarom vijf zo uniek mogelijke Franse woorden noteren. Want dan komt er woordenschat die verder reikt dan la neige of la pluie. Heeft niemand uit de klas hetzelfde woord? Dan scoor je een punt.”
“Ik kom graag los van het digitale en transfereer het opzet van de oefening uit de methode naar een speelse werkvorm. Anders gezegd: ik kan met het materiaal uit Lernova ook niet-digitaal aan de slag.”
“Met de handige ingebouwde notitiefunctie kunnen de leerlingen woorden noteren tijdens een brainstormoefening. Schrijven moedigt hen aan om goed na te denken en tot de essentie te leren komen.”
“De ingebouwde notitiefunctie in Lernova is een stok achter de deur in mijn klasmanagement. Want ik kan de notities van een willekeurige leerling projecteren om van daaruit het klasgesprek verder op gang te brengen.”
“Ik laat de leerlingen zeker geen 50 minuten zelfstandig aan het werk. Ik wissel af. Er is veel ruimte voor interactief leren en klassikaal werk. De bingo over génération 2020 laat je digitaal aankruisen. Of je maakt er een stellingenspel van en wie akkoord gaat met een stelling zet zich rechts in de klas, de rest links. Enzovoort.”
“De opdracht over Franstalige media breid ik uit los van de laptop. Ik voorzie de kranten waarover sprake in de klas. In groepjes bladeren de leerlingen erdoor en sommen ze de kenmerken ervan op. Om daarna de oefening in Lernova in te vullen.”
“Ik werk naast de methode met een studeerschrift. Een belangrijke grammaticale regel? Die noteren leerlingen uit zichzelf in hun schrift, of dat is toch de bedoeling! Staan alle theoretische structuren uit het leertraject in het studeerschrift? Dan heeft de leerling de opbouw van de les afgewerkt en kan die aan de oefeningen beginnen.”
“In de methode moeten de leerlingen zinnen typen. En ik laat ze daarbovenop veel schrijven in hun studeerschrift. Of eens op de website www.bonpatron.com. Want zo leren ze welke fouten ze hebben gemaakt.”
“Leerlingen krijgen beter inzicht in hun leerproces: ze ondervinden dat veel oefeningen (her)maken leerwinst oplevert.”
“Bij reeds gemaakte oefeningen staan hun antwoorden niet meer ingevuld. Maar via hun ‘Digitale boekentas’ vinden ze achter de knop ‘Toon oplossingen’ alles terug van eerdere pogingen.”
“Ik vind het niet steeds nodig om de leerlingen alles van de opbouw te laten doorlopen. Ze kiezen er delen uit. Wel moeten ze hun keuze (in het Frans) beargumenteren. Of de helft van de klas bekijkt een beeldfragment en de anderen kijken noch luisteren. Nadien vertelt de kijker aan de niet-kijker waarover het filmpje gaat. Zo creëer ik constant kansen om spreek-, lees-, luister- of schrijfvaardigheid te oefenen.”
“Ik adviseer de leerlingen een splitscreen te gebruiken als ze een langere tekst moeten lezen. Ze openen de methode dan twee keer: links de tekst en rechts de opdracht. Zonder scrollen grijpen ze makkelijk terug naar de tekst. Je kan de tekst ook als Word- of PDF-bestand laten downloaden of printen.”
“Ik vind differentiëren nu makkelijker. Want het zit al vervat in de vaardigheidstrajecten. Ook de oefeningen op de verschillende niveaus maken het vanzelfsprekend om in te spelen op de verschillen tussen je leerlingen. Ik zet de leerlingen eerst samen op weg. Via hun score en progressie zie ik wie wat kan. Op basis van data weet ik welke leerlingen sneller aan oefeningen van Niveau 2 of 3 toe zijn.”
“In de eerste graad printen we de woordenschat sowieso, in de tweede graad bieden we het aan en in de derde graad laten we het initiatief over aan de leerling.”
“In de derde graad is het tabblad ‘studeren’ niet ingevuld. Lernova doet dat bewust om de zelfsturing van leren leren aan te wakkeren. Is er een toets gepland? Dan laat ik de leerlingen vijf studeervragen uitwerken. Indien goede, kwaliteitsvolle vragen verdient de leerling een bonuspunt op de toets.”