Jochen Degryse geeft geschiedenis in de 1ste graad A-stroom in GO! Groenhove Middenschool Waregem. Sinds hij met Lernova lesgeeft, maken zijn leerlingen weer schrijfkilometers. Het vertrekpunt van zijn lesvoorbereiding is niet veranderd: “Welke bronnen zijn er? Hoe ga ik die bronnen behandelen? Een groepswerk, een individuele onderzoeksopdracht, een invuloefening … De bronanalyse die Lernova opbouwt is de leidraad van mijn onderwijsleergesprek.”
“Aan het bord bouw ik het schema van de leerstof op. De leerlingen nemen dat over in hun notitieschrift. Ik maak dat zo visueel mogelijk, zelfs met tekeningetjes (stel je er ook niet te veel bij voor). Ik wil ze hiermee triggeren om hun creatief, visueel denkvermogen te gebruiken. Op het einde van de les staat het schema met alle theorie uit Lernova in hun schrift, aangevuld met mijn accenten.”
“Mijn lessen verlopen in feite eenvoudig en zelfs een tikkeltje old school: ik combineer de projectie van Lernova met een krijtbord.”
“Standaard staan de tafels in mijn klas klassiek in rijen opgesteld. Ik heb wel altijd twee eilandjes voor groepswerk. Het gebeurt dat we alle tafels door elkaar gooien voor hoekenwerk of een andere werkvorm.”
“Ik beslis ter plekke in de les of ik de opdracht na de opbouw klassikaal of uit handen geef. Geschiedenis op het 7de lesuur van de dag is bijvoorbeeld een bepalende factor.”
“Ik gebruik Lernova op drie manieren: klassikaal, zelfstandig en een combinatie van beide. Ook met een digitale methode kan je traditioneel lesgeven: frontaal afgewisseld met coöperatieve werkvormen. Het enige verschil? De laptop op de bank. Ik heb wel ondervonden dat een traject volledig zelfstandig doorlopen voor de eerste graad nog niet lukt. Daarom bouw ik slechts af en toe momenten van begeleid zelfstandig leren in, zelden volledige lessen.”
“Elk traject vertrekt vanuit de historische vraag. Die inleiding lees ik voor en de leerlingen lezen al scrollend mee. Op de tijdbalk en op kaart situeren we samen de historische vraag in tijd en ruimte. Ook de domeinen bespreken we. Om daarna in de inhoud te duiken aan de hand van de bronnenanalyse. Cognitief sterke leerlingen laat ik af en toe zelfstandig aan de slag. Met een sterkere klas ga ik sowieso individueler te werk.”
“Mijn leerlingen hebben veel aan de lesvideo’s in Lernova. De lay-out is aantrekkelijk en de leerstof wordt zeer goed uitgelegd.”
“De eerstes bezorg ik de geprinte versie van de theoriebundel in Lernova. Ze hebben dat echt nog nodig. Ook wel naar hun ouders toe, zij begeleiden hun kind vaak en zijn niet allemaal al vertrouwd met digitale leermiddelen. In het 2de jaar doe ik dat niet meer, want het systeem van deze digitale methode zit al in hun vingers.”
“Eenmaal doorheen de opbouw van het traject, oefenen we een volledig lesuur de nieuwe begrippen. Daarvoor gebruik ik werkvormen als een Kahoot, speeddating, een reuze memory … Kostbare lestijd, maar het levert leerwinst op. En blije, dankbare leerlingen! Om de leerstof thuis verder te automatiseren, geef ik ze een bundel met uit te knippen flashcards mee. Ongeveer dezelfde reeks als die in Lernova onder het tabblad studeren. Ze kunnen kiezen: digitaal of op papier. Of allebei!”
“Na de opbouw in de trajecten volgen de oefeningen. Opnieuw keuze over de aanpak: de oefeningen individueel laten oplossen en klassikaal verbeteren. Of als opdracht mee naar huis ter voorbereiding op de toets. In de 2de graad laat ik de eerste poging van de oefeningen meetellen als evaluatie, dat weegt weinig door in de totaalscore.”
“Ik gebruik de oefeningen in de methode eerder voor formatieve evaluatie. Het is geen eindpunt. Dankzij de opvolgtool zie ik wie welke doelen heeft bereikt en wie het nog moeilijk heeft.”
“Soms toon ik bij groepswerk vooraan op het scherm de opvolgmodule van de klas. Dat communiceer ik altijd op voorhand, want de leerlingen zien elkaars resultaten. Zo zien ze snel waar ze zich in werktempo etc. ten opzichte van de rest bevinden. Zie ik een interessante fout? Dan bespreek ik die meteen voor de hele groep: we leren uit elkaars fouten.”
“Zie ik dat een leerling snel klaar is? Dan mag die de extra oefening maken. Daarvoor gebruik ik de opvolgmodule. Ik wil daar verder mee experimenteren, het biedt veel mogelijkheden. Voorlopig pas ik alleen de leertrajecten aan met eigen accenten. Dat is voorlopig genoeg. Ik hoop dat ik er - na nog wat inwerktijd - in slaag om per klas een aangepast traject klaar te zetten.”
