Samen met zijn collega’s vat leerkracht Nederlands Jan Leunckens (1ste graad stroom in PIUS X Antwerpen) Lernova op als een gewoon handboek waarmee hij volledig zijn ding kan doen: “De angst voor een compleet andere aanpak is niet nodig. Wij wisselen - net als vroeger - af tussen klassikaal lesgeven, begeleid zelfstandig leren en op verschillende niveaus werken.”
“Wij hebben het werk verdeeld onder de vakgroep en we leren van elkaar. Uiteraard: alle neuzen moeten in dezelfde richting geraken, en dat is niet altijd simpel. Sommigen zijn digitaal minder sterk en aarzelen. Per trimester stellen we ons programma op met de te geven leertrajecten per week. Twee collega’s bekijken samen elk traject en passen het standaardtraject soms aan: een tekst inkorten bijvoorbeeld. We herschrijven zelden een volledige les, maar het gebeurt.”
“In de eerste week van het schooljaar geef ik één les over hoe we Lernova in onze lessen Nederlands zullen gebruiken. Voorheen liet ik de leerlingen de tutorials daarover in Lernova thuis bekijken. Maar dat werkt niet. Ik heb geleerd dat ik er een les over moet geven. En sindsdien ervaar ik minder opstartproblemen. Want ik wijs meteen op het belang van de inhoudstafel: dat ze die nummering overal moeten gebruiken, ook in hun kladschrift. Dat ze die structuur zien terugkomen op leerstofoverzichten etc.”
“Op onze school werken we met de iPad. Het grootste voordeel? Ik kan alle schermen in mijn klas volgen. De leerlingen zien het als ze gevolgd worden. Iemand aanspreken over het gebruik van niet-relevante apps is genoeg om dit gedrag te doen stoppen.”
“We laten onze leerlingen een simpel kladschrift aankopen. Geen grote meerkost: voor een halve euro krijg je er een zee aan mogelijkheden bij. We gebruiken dit schrift om tijdens de les notities te leren nemen. In het eerste jaar beginnen we daar zacht mee, geven we concreet aan wat ze moeten schrijven en waar. Doorheen het schooljaar bouwen we onze strakke opvolging van het schrift stelselmatig af naar meer zelfsturing. En er is altijd een vangnet: het tabblad theorie in Lernova.”
“Het is niet omdat er verbetersleutels zijn dat de leerling elk traject zelfstandig kan doorlopen. Bovendien wordt zo’n aanpak saai voor de leerkracht. Wij voerden snel een schriftje in om samen met Lernova te gebruiken.”
“Ik start het leertraject met een voorkennisoefening. Per les bepaal ik de minimumscore om zelfstandig het leertraject te mogen doorlopen. Behalen ze minder? Dan is de klassikale verwerking verplicht. Wie zelfstandig werkt, spaart eventuele vragen eventjes op. Zo word ik niet constant overspoeld met vragen terwijl ik klassikaal uitleg geef. Soms steekt een leerling de iPad even weg om toch klassikaal mee te volgen. Een andere klasopstelling helpt ook: wie zelfstandig werkt, zit achteraan.”
“In Lernova hebben de leerlingen de oplossleutels altijd bij de hand. Ik peper ze in dat ze niets leren als ze die zonder nadenken kopiëren. Af en toe de laptop of iPad aan de kant is geen probleem. Je vindt vanzelf het evenwicht eens je een tijdje met de methode werkt.”
“Ik wil dat leerlingen meedenken tijdens instructies. Daarom verdwijnen de iPads soms in de boekentas.”
“Is er geen tijd meer in de les om voldoende te oefenen? Dan werken de leerlingen thuis verder. Er zijn oefeningen op niveau basis, remediëring en uitbreiding. Iedereen start met de basisreeks. Lukt dat goed? Dan schakelen ze snel over naar de uitbreidingsoefeningen. Lukt het niet? Eerst terug naar de theorie in dat geval en vervolgens naar de remediëringsoefeningen. We merken dat wie de basisreeks kan in principe slaagt met 60 à 70 procent. Wie meer behaalt, rondt vaker de uitbreidingsoefeningen af.”
“Ik gebruik regelmatig de opvolgmodule, het dashboard. Het geeft me een zicht op zij die niet vooruit geraken of zij die wel proberen maar blijven hangen. Ik spoor die leerlingen eens extra aan of bekijk tijdens individuele momenten waar ze tegenaan lopen. Beweert een leerling die zelfstandig werkt klaar te zijn? Dan is mijn eerste vraag: staat de theorie in je kladschrift?”
“Nog een meeneemgedachte: leerlingen steken minder hun hand op als ze digitaal werken. Oefening gemaakt en klaar, denken ze. Ik spreek ze aan als ze een slechte oefening niet opnieuw hebben gemaakt: ‘Waarom lever je de inspanning niet? Welke fouten maak je?’ Wie voor de eerste poging 0 op 10 scoort en daarna ineens 10 op 10 keek onmiskenbaar eerst naar de antwoorden. Dankzij het dashboard krijg je inzicht in hun werkhouding en kan je die bijsturen.”
“Ik gebruik de opvolgmodule niet om de leerlingen constant te controleren. Wel om hun leervorderingen te monitoren. Maken ze ook eens een oefening opnieuw?”
“Wij kopen de theoriebundel niet aan. Want de methode als digitaal leermiddel vinden wij net de grote sterkte. Bovendien zouden de leerlingen alle theorie op papier moeten hebben als ze hun studieschrift goed gebruiken. We schrijven immers alle groene theoretische kaders uit Lernova verkort of schematisch op in ons schrift. Nog een belangrijk argument: het kost de ouders minder. Wie wil, kan de PDF van de theoriebundel printen.”
“Lernova biedt goed toetsmateriaal aan in Word-bestanden. Ik geef geen toetsen meer op papier. Maar via importeren vanuit Word of PDF zet ik dat snel om naar een BookWidget. Ik verbeter vlot in BookWidgets, het is een kwestie van wennen.”
“Onze vaardigheidsopdrachten zijn meestal gebaseerd op iets uit Lernova. We passen die een beetje aan of vinden er een uit. Aan de les over goede doelen koppelen we de opdracht: schrijf de oproep voor een goed doel naar keuze. In het kladschrift werken de leerlingen dat uit. Ik laat ze dan eens van schrift wisselen om elkaars werk te verbeteren. Technieken die elke leerkracht wel kent? Daarna typen ze hun tekst in Word en loaden ze het bestand up in Smartschool zodat ik het digitaal kan verbeteren.“